Ik bedoel maar: twee weken eerder had ik de survivalrun van Westerbork gelopen. Alle hindernissen gehaald, en met zijn vieren was ik niet de minste.
De week daarop had ik de laatste etappe van het Pieterpad gelopen. Gelukkig wel anders had ik het hele pad gelopen alleen de glorieuze intocht in Maastricht niet gered.
Nou ja glorieuze intocht, het was een tegeltje dat mijn vrouw en ik pas na flink zoeken konden vinden.
Bij mijn werkgever Data Science Center in Health van het UMCG was ik nog druk geweest: dinsdagavond voor het infarct was ik gastheer bij de Kolk in Assen geweest over Artificial Intelligence (AI) met enkele collega’s.
Vrijdag een symposium Data Science voorgezeten tussen de Hanze en het UMCG en op het laatste moment zaterdag nog even bij Meursinge met mijn beide dochters uit eten geweest.
Ja, dat kun je wel stellen. En het was nog niet het ergste infarct.
Zondag naar het ziekenhuis en dinsdag was ik weer thuis. Wat dreigende woorden over het niet autorijden door de neuroloog en ik mocht gaan.
Vrijdag naar de markt, ahh! geen auto, dan gewoon lopen.
Even nog een vriendin opgezocht en met mijn boodschappen weer op huis aan na 11 km gelopen te hebben.
Ik moest me haasten want er kwam een collega van mijn werk even langs op ziekenbezoek.
Wis en drie! Out of the blue!
Zaterdag kwam, weer met lichte hoofdpijn wakker. Overleg met Eveline (mijn vrouw) en toch maar een dokter gebeld die het ook niet vertrouwde om vervolgens de ambulance voor te laten rijden.
Ik was nog niet uitgeladen bij het WZA of ze pakten me alweer in en ging ik met de sirene fluitend naar het UMCG in Groningen.
Daar snel overleg met mij en ik ging vlot door naar een operatiekamer waar ik in een keer tegen de binnenkant van mijn schedel aan keek.
Een ingenieus apparaat die patiënten op een scherm de eigen hersen lieten zien. Ze probeerden nog te redden wat er te redden viel.
Ik kon niet meer wakker blijven en zakte langzaam weg.
Toen ik wakker werd kon ik alleen maar liggen in mijn bed en mijn stem gebruiken door ja en nee te piepen.
Tjonge, ja die kwam onverwacht!
Van een slanke atleet van 58 jaar tot propje mens wat het na de operatie was.
Maar ik ben bezig met mijn herstel. Ik fiets weer rond als een jonge god.
Autorijden? Ik heb mijn auto ingeruild voor een automaat en ik rij naar Groningen op en neer alsof het niets is.
De survivalrun heb ik ingeruild voor pitch en putt.
Frank Schröer